tweedegraadsfuncties vraag

[djleynaert]

hey ik zit met een probleem.
ik heb overmogen een examen en kan deze oefening maar niet oplossen(ik zit in het 4de middelbaar tso)
het gaat als volgt: iets van remweg van autos op droog en nat wegdek
s=a*v²/100
s=remweg in meter v=snelheid in km/h
a=factor toestand weg droog net
daar staat grafiek bij en neem nu als waarde voor droog
18 remweg(s) yas en asl xas 50 snelheid (v)

bepaal voor elke grafie het bijhorende functievoorschrift
droog:
antwoord 18=a*50²/100
a=18*100/50²=0.72 functievoorschrift =s=0.0072v²

nu dit snap ik 18=a*50²/100
maar nu draait ie 50²/100 om naar 100/50².
a=18*100/50²??? ik weet dat je 18 naar het andere lid moet brengen maar dat van breuken omdraaien ben ik vergeten.

kan iemand uitleggen hoe je zo iets doet? tx (srry voor onduidlijkheden)

[SafeX]

Misschien moet je inderdaad proberen zo duidelijk mogelijk te formuleren.
Bekijk eens: 20/5=4 maar dus ook 20/4=5 en ook 20=4*5.
Zet dit nu eens in letters: a/b=c <=> a/c=b <=> a=c*b (gebruikelijk is a=cb)
Formuleer nu in woorden wat er is gebeurt, dus
20/5=4 <=>20=4*5, links en rechts is met 5 vermenigvuldigt.