Ik denk ook 0, voor beide interpretaties van het probleem; alle voorouders van vier of vijf generaties terug.
efdee schreef:Opa's opa is één van 'mijn' betovergrootouders.
In totaal heeft iedereen 32 betovergrootvaders en -moeders.
Als alle (voor)ouders verschillende voorouders hebben, krijg ik 16 betovergrootvaders en -moeders. Incest kan een lager aantal geven.
Anders, bij maximaal 32 betovergrootouders is de vader van opa's opa een van de betovergrootouders (mensen met
drie ouders daargelaten; is daar wel sprake van drie ouders?).
Hier een aantal mogelijkheden tot oplossen:
1. Ruwweg: Stel een vrouw krijgt gemiddeld een kind met 25 jaar, en de laatstgeborene is 0 jaar.
Dan is de voorouder van vier of generaties terug gemiddeld (4 * 25 + 0 = 100) resp. (5 * 25 + 0 = 125) jaar. Maak een vergelijkbare schatting voor de man. Stel, we komen uit op 100. Dus acht 100-jarige vrouwen en acht 100-jarige mannen leven allemaal nog. Wat is de kans daarop?
2. Kies de leeftijd van de jongste. Stel 0.
Zoek de gemiddelde leeftijd voor een vrouw om een kind te krijgen in 2016 op.
Zoek de gemiddelde leeftijd op om een kind te krijgen in het geboortejaar van de moeder.
Ga zo door tot je 4 of 5 generaties hebt gehad.
Voor een vrouw van een gemiddelde leeftijd van 3 resp. 4 generaties terug, zoek de gemiddelde leeftijd op voor een man om een kind te krijgen in haar geboortejaar.
Bepaal de kans dat 8 mannen en 8 vrouwen dan wel 16 mannen en 16 vrouwen nog in leven zijn van die leeftijden.