Een bedrijf maakt twee soorten knuffels: leeuwtjes en hanen. In 2017
verkochten ze vier keer meer leeuwtjes dan hanen. In 2018 steeg de verkoop
van leeuwtjes met 5% en de verkoop van hanen met 30%. Welk gedeelte van
de verkoop van knuffels bestond in 2018 uit leeuwtjes?
Ik heb nooit economie gevolgd, maar dit is wat ik dacht:
2017:
4x=x
2018:
4x +0.05*4x=x+0.30*x
Maar dan kom ik uit op x=0...
WIlt iemand mij helpen.
P.S: Deze oefeningen maak ik allemaal ter voorbereiding van de Vlaamse Wiskunde Olympiade, dus is niet voor school/huiswerk.
economie
Re: economie
Snelle oplossing:
We werken hier alleen met verhoudingen, dus we kunnen één de aantallen vrij kiezen.
Stel in 2017 verkochten ze 100 hanen, dan verkochten ze 4 * 100 = 400 leeuwen,
en in 2018:
1.05 * 400 = 420 leeuwen
1.30 * 100 = 130 hanen
Welk gedeelte van de verkoop in 2018 waren dus leeuwen?
We werken hier alleen met verhoudingen, dus we kunnen één de aantallen vrij kiezen.
Stel in 2017 verkochten ze 100 hanen, dan verkochten ze 4 * 100 = 400 leeuwen,
en in 2018:
1.05 * 400 = 420 leeuwen
1.30 * 100 = 130 hanen
Welk gedeelte van de verkoop in 2018 waren dus leeuwen?
Re: economie
Zo makkelijk kon het dus... Bedankt!