Tijdens een verjaardagsfeest zijn 185 personen aanwezig; waaronder 65 vrouwen, 60 mannen, 24 meisjes, 17 jongens, 8 babymeisjes en 11 babyjongens.
A: Bereken het procent aanwezige personen van het mannelijke en van het vrouwelijke geslacht?
B: Hoeveel bedraagt het percentage van de aanwezige babymeisjes t.o.v. het totaal aantal aanwezige personen
van het vrouwelijke geslacht?
Heeft te maken met de regel van 3, maar ik geraak er maar niet aan uit!
Wie kan me helpen met dit vraagstuk aub?
Re: Wie kan me helpen met dit vraagstuk aub?
Voor vraag A:
Tel eens samen hoeveel vrouwen en mannen er zijn (ook baby's en kinderen).
Dan kun je ook verder met vraag B.
Tel eens samen hoeveel vrouwen en mannen er zijn (ook baby's en kinderen).
Dan kun je ook verder met vraag B.
Given that, by scientifical reasons, the state of an object is completely determined by the physical influence of its environment, the probability to roll six with a dice is either one or zero.
Re: Wie kan me helpen met dit vraagstuk aub?
Algemeen:
Stel ik heb een totaal van n objecten, bestaande uit a objecten van het type A en b objecten van het type B.
Dan geldt:
1. n = a + b
2. het percentage a uit n: Pa = 100 * a / n
3. het percentage b uit n: Pb = 100 * b / n
Probeer dit eens toe te passen...
Stel ik heb een totaal van n objecten, bestaande uit a objecten van het type A en b objecten van het type B.
Dan geldt:
1. n = a + b
2. het percentage a uit n: Pa = 100 * a / n
3. het percentage b uit n: Pb = 100 * b / n
Probeer dit eens toe te passen...