Wiskundeforum

Hallo iedereen,

Ik heb eigenlijk nog nooit wiskunde gehad en nu op het MBO 3 heb ik dit wel.
Alleen snap ik er totaal niets van.
Ik heb aankomende dinsdag een toets en ik kom er maar niet uit.
Ik moet X en Y berekenen maar ik snap het gewoon niet.

Hier een voorbeeld van sommen die ik maken moet.

Bereken X en Y:
4x - 2y = 2
2x + 3y = 13

Bereken X en Y:
10x - 8y = -2
9x + 3y = -12

Kan iemand misschien goed uitleggen hoe ik dit op een makkelijke manier kan uitrekenen?

En weet iemand ook hoe 1,2 wortel 3 werkt?

Alvorens bedankt!

Je schrijft dat je ongelijkheden moet berekenen, maar wat je typt, zijn gelijkheden, mijns inziens. Er staat namelijk geen ongelijkheid teken in.

Wat je kunt doen bij bijvoorbeeld deze opgave:

Het berekenen van x:

4x - 2y = 2

Daarna haal je alles waar geen x in staat, naar de andere kant:

4x = 2- 2y

Dan heb je bijna je x berekend, alleen heb je nog 4x staan. Wat moet je doen om die 4 weg te krijgen?

Dit kan je hetzelfde doen voor de y, namelijk alles met y aan een kant zetten:

4x-2=2y, ofwel: 2y = 4x - 2

Nu heb je bijna y berekend, alleen staat er 2y en geen y.
Wat kan je doen om alleen y te krijgen?

Mr.Needhelp schreef:
En weet iemand ook hoe 1,2 wortel 3 werkt?

Alvorens bedankt!

Deze vraag snap ik niet helemaal.

Bereken x en y:
4x - 2y = 2
2x + 3y = 13

Uit de eerste vergelijking volgt: 2y = 4x-2, dus y = 2x-1. Door dit in de tweede vergelijking in te vullen krijg je: 2x+3(2x-1) = 13. Werk 2x+3(2x-1) verder uit en los uit de vergelijking die je dan krijgt x op. Via y = 2x-1 vind je dan de bijbehorende waarde voor y.

Bereken x en y:
10x - 8y = -2
9x + 3y = -12

Uit de tweede vergelijking volgt: 3y = -9x-12, dus y = -3x-4. Door dit in de eerste vergelijking in te vullen krijg je:
10x-8(-3x-4) = -2, wat je kunt herschrijven als 10x+8(3x+4) = -2. Werk 10x+8(3x+4) verder uit en los uit de vergelijking die je dan krijgt x op. Via y = -3x-4 vind je dan de bijbehorende waarde voor y.

Opmerking: voor een getal a dat positief of nul is definiëren we √a als het getal dat de eigenschap (√a)² = a heeft.

Oow, het zijn stelsels? Dat maakt inderdaad nogal een verschil!

Bedankt voor de reacties!

Maar ik snap er nog steeds niks van.

wat snap je niet? Bij welke stap gaat het mis en wat snap je wel?

Mr.Needhelp schreef: Bereken X en Y:
4x - 2y = 2
2x + 3y = 13

Heb je al wat geprobeerd, bv x=1 en y=1 invullen ... , ja dat lukt niet, dus moeten we slimmer worden ...
Het is nu onze bedoeling om één verg te vinden met x òf y
Je ziet (hoop ik) dat de eerste verg vereenvoudigd kan worden, alle termen delen door 2, dat geeft 2x-y=1 ...
In de tweede verg zie ik ook 2x staan ...

Nu jij ...