Basiswiskunde
Basiswiskunde
Hoi hoi!
Ik zie hier allemaal hele moeilijke vragen staan mbt lineaire verbanden etc Ik besef me dat mijn vragen misschien te makkelijk zijn om op dit forum te posten... Misschien zijn het ook wel domme vragen maar ik kom er echt niet uit dus dacht vragen staat vrij! dus ik vraag het gewoon
Vraag 1 , Cordinaten van snijpunten bepalen. Het uitrekenen van de snijpunten lukt totdat decimale getallen omgezet moeten worden in breuken.. Bijvoorbeeld:
Y = 3x + 2 en Y = 6X - 3
3x + 2 = 6x - 3
-3x + 2 = -3
-3x = -5
x = 1,666 666 667
1,666 666 667 staat gelijk aan 5/3 ofwel 1 2/3. Hoe kan je berekenen dat 1, 666 666 667 gelijk is aan 5/3 ?? Enzo ook dat 0,43 gelijk is aan 3/7.. Het uitrekenen van de som lukt alleen kom ik niet tot het juiste antwoord omdat ik geen idee heb hoe je decimalen omzet in breuken
Vraag 2, Twee vergelijkingen met twee onbekenden
2x + 3y = 5
3x + y = 7
2x + 3y = 5 1 wordt 2x + 3y = 5
3x + y = 7 3 wordt 9x + 3y = 21
-7 x = - 16
x = 16/7 ofwel 2 2/7
Hoe kom je achter het getal waardoor je moet vermenigvuldigen? (1 en 3 dus). Het boek zegt enkel dit erover: Vermenigvuldig beide vergelijkingen zodanig dat je bij de coefficienten van y uitkomt op het kleinste gemene veelvoud. Omdat de coefficienten van y gelijk zijn aan 4 en 6, is het kleinst gemene veelvoed 12??? (het boek gebruikt voorbeeld:
7x + 6y = 32
2x + 4y = 15
Hopelijk kunnen jullie mij helpen!
Ik zie hier allemaal hele moeilijke vragen staan mbt lineaire verbanden etc Ik besef me dat mijn vragen misschien te makkelijk zijn om op dit forum te posten... Misschien zijn het ook wel domme vragen maar ik kom er echt niet uit dus dacht vragen staat vrij! dus ik vraag het gewoon
Vraag 1 , Cordinaten van snijpunten bepalen. Het uitrekenen van de snijpunten lukt totdat decimale getallen omgezet moeten worden in breuken.. Bijvoorbeeld:
Y = 3x + 2 en Y = 6X - 3
3x + 2 = 6x - 3
-3x + 2 = -3
-3x = -5
x = 1,666 666 667
1,666 666 667 staat gelijk aan 5/3 ofwel 1 2/3. Hoe kan je berekenen dat 1, 666 666 667 gelijk is aan 5/3 ?? Enzo ook dat 0,43 gelijk is aan 3/7.. Het uitrekenen van de som lukt alleen kom ik niet tot het juiste antwoord omdat ik geen idee heb hoe je decimalen omzet in breuken
Vraag 2, Twee vergelijkingen met twee onbekenden
2x + 3y = 5
3x + y = 7
2x + 3y = 5 1 wordt 2x + 3y = 5
3x + y = 7 3 wordt 9x + 3y = 21
-7 x = - 16
x = 16/7 ofwel 2 2/7
Hoe kom je achter het getal waardoor je moet vermenigvuldigen? (1 en 3 dus). Het boek zegt enkel dit erover: Vermenigvuldig beide vergelijkingen zodanig dat je bij de coefficienten van y uitkomt op het kleinste gemene veelvoud. Omdat de coefficienten van y gelijk zijn aan 4 en 6, is het kleinst gemene veelvoed 12??? (het boek gebruikt voorbeeld:
7x + 6y = 32
2x + 4y = 15
Hopelijk kunnen jullie mij helpen!
Re: Basiswiskunde
Voor "makkelijke" vragen ben je hier op het goede adres. En domme vragen bestaan niet.Water schreef: Ik zie hier allemaal hele moeilijke vragen staan mbt lineaire verbanden etc Ik besef me dat mijn vragen misschien te makkelijk zijn om op dit forum te posten... Misschien zijn het ook wel domme vragen maar ik kom er echt niet uit dus dacht vragen staat vrij! dus ik vraag het gewoon
Domme antwoorden wel; daar bezondig ik me wel eens aan .
Tip: Stel niet meer dan 1 vraag per post.
Je weet dus niet hoe je van op 1,666667 komt.
Wat je dan doet is een staartdeling maken.
In deze youtube filmpjes wordt het uitgelegd.
Bekijk dat eerst.
Als het je dan nog niet begrijpt kunnen we je hier verder helpen.
http://www.youtube.com/watch?v=fxrBwaSg-hI
http://www.youtube.com/watch?v=Ge13fEutZgs
Lukt het je nu om 5,00000:3 uit te rekenen?
Re: Basiswiskunde
Weet je dit niet? Of het omgekeerde, dus hoe je van een decimale op een normale breuk komt?op=op schreef: Je weet dus niet hoe je van op 1,666667 komt.
Je moet wel bedenken dat omzetten van (bv) 1/3 in 0,3333... een benadering isWater schreef: Het uitrekenen van de snijpunten lukt totdat decimale getallen omgezet moeten worden in breuken.. Bijvoorbeeld:
Y = 3x + 2 en Y = 6X - 3
3x + 2 = 6x - 3
-3x + 2 = -3
-3x = -5
x = 1,666 666 667
1,666 666 667 staat gelijk aan 5/3 ofwel 1 2/3. Hoe kan je berekenen dat 1, 666 666 667 gelijk is aan 5/3 ?? Enzo ook dat 0,43 gelijk is aan 3/7.. Het uitrekenen van de som lukt alleen kom ik niet tot het juiste antwoord omdat ik geen idee heb hoe je decimalen omzet in breuken
Re: Basiswiskunde
Bedankt voor jullie reacties!!
Een staartdeling maken.. das langgeleden, maar gaat me nog goed af gelukkig
van 5/3 naar 1,666666667 lukt wel. 5 gedeeld door 3 = namelijk 1,666666667.
Maar andersom weet ik het niet. Hoe kom je van 1,666666667 naar 5/3. Hoe moet je hierbij een staartdeling gebruiken? Je hebt immers toch geen som? Ik bedoel dus inderdaad het omgekeerde,hoe je van een decimale op een normale breuk komt.
Het is een benadering maar volgens onze docent is 0,5 en 1/2 niet het zelfde omdat 0,5 zowel 0,45 als 0,54 kan zijn. Om die reden moeten we tijdens het tentamen decimalen omzetten in breuken omdat dit preciezer is.
Een staartdeling maken.. das langgeleden, maar gaat me nog goed af gelukkig
van 5/3 naar 1,666666667 lukt wel. 5 gedeeld door 3 = namelijk 1,666666667.
Maar andersom weet ik het niet. Hoe kom je van 1,666666667 naar 5/3. Hoe moet je hierbij een staartdeling gebruiken? Je hebt immers toch geen som? Ik bedoel dus inderdaad het omgekeerde,hoe je van een decimale op een normale breuk komt.
Het is een benadering maar volgens onze docent is 0,5 en 1/2 niet het zelfde omdat 0,5 zowel 0,45 als 0,54 kan zijn. Om die reden moeten we tijdens het tentamen decimalen omzetten in breuken omdat dit preciezer is.
Re: Basiswiskunde
Dit is eigenlijk niet correct. Het juiste antwoord is: en dat is niet gelijk aan 1,666 666 667.-3x = -5
x = 1,666 666 667
M.a.w, je behoort dit niet om te zetten naar decimalen.
Als je dat toch wilt, ga dan als volgt te werk:
x = 1,66666.....
10x = 16,66666....
=> 10x - x = 15
=> 9x = 15
=> x = 15/9 = 5/3
Re: Basiswiskunde
Ahh, volgens mij snap ik het ,
Zo nog maar wat opdrachten maken om het te oefenen .. Thnx voor jullie vlotte reacties!!
Kunnen jullie mij ook helpen met vraag 2?
Zo nog maar wat opdrachten maken om het te oefenen .. Thnx voor jullie vlotte reacties!!
Kunnen jullie mij ook helpen met vraag 2?
Re: Basiswiskunde
Stel dat je y 'kwijt wilt'... , dan kan dat door (1) te verm met 2 en (2) met 3. Waarom?Water schreef:
7x + 6y = 32 (1)
2x + 4y = 15 (2)
Re: Basiswiskunde
omdat de Y'en dan gelijk zin Vind het alleen lastig om de getallen te vinden waardoor x en y gelijk worden
Re: Basiswiskunde
Je kan natuurlijk altijd 4 bij (1) en 6 bij (2) kiezen, waarom?Water schreef:omdat de Y'en dan gelijk zin Vind het alleen lastig om de getallen te vinden waardoor x en y gelijk worden
Maar dat is minder handig, eens?