Kansrekeningopgave
Geplaatst: 19 mar 2014, 23:57
Hallo, graag zou ik verder geholpen met 1 opgave die ik helaas niet weet op te lossen. Betreft Wiskunde D getal en Ruimte opg. 59 Hst 3
De politie controleert op een ochtend of scooters opgeboord zijn. In een bepaalde tijd komen 28 scooterrijders langs en 9 hiervan hebben hun scooter opgevoerd. De politie controleert 10 van de 28 scooters.
Persoon A en persoon B komen ook in die bepaalde tijd langs. Ze zijn onderdeel van de 28 scooterrijders. Scooter van A is opgevoerd en van B niet.
Berekent de kans dat de scooter van A niet word gecontroleerd en van B wel.
Eigen probeersel: waarbij '' / '' betekent tussen haakjes '' n boven k = (n/ k)''
P( B wel, A niet)= (9/1)(19/9)/ (28/10)
Alle opgaven gingen goed, maar hier ben ik de logica kwijt.
De politie controleert op een ochtend of scooters opgeboord zijn. In een bepaalde tijd komen 28 scooterrijders langs en 9 hiervan hebben hun scooter opgevoerd. De politie controleert 10 van de 28 scooters.
Persoon A en persoon B komen ook in die bepaalde tijd langs. Ze zijn onderdeel van de 28 scooterrijders. Scooter van A is opgevoerd en van B niet.
Berekent de kans dat de scooter van A niet word gecontroleerd en van B wel.
Eigen probeersel: waarbij '' / '' betekent tussen haakjes '' n boven k = (n/ k)''
P( B wel, A niet)= (9/1)(19/9)/ (28/10)
Alle opgaven gingen goed, maar hier ben ik de logica kwijt.