De methode die ik aanbood werkt, maar je (ik) had wat "voorkennis" (een negatieve uitkomst) bij het oplossen. Net zoals ik bij het optellen eerst gebruikte dat de getallen breuken waren met een 8 in de noemer en een geheel getal in de teller.
Als je dat hebt, kan je het gebruiken, heb je dat niet, dan kan je methode gebruiken die werkt als je geen "voorkennis" hebt.
Je de opgave anders herschrijven.
0,375 - 2,5 - 3,125.
De getallen staan op volgorde van positief (dus optellen) naar negatief (dus aftrekken) rechts.
Mocht je de getallen uit de opgave in een andere volgorde aantreffen dan ik schetste, bijv.
- 2,5 + 0,375 - 3,125, dan is het voor je overzicht handig om ze in volgorde van positief links naar negatief rechts te zetten. Als je wilt van groot naar klein.
+ 0,375 is positief, die komt links
- 2,5 en -3,125 negatief, dus komen rechts. Zo stonden ze al in de opgave.
Dat is nuttig als je het volgende wilt toepassen:
0,375 - 2,5 - 3,125 =
0,375 - (2,5 + 3,125)= (Je gaf aan dat je kon optellen, dus 2,5 + 3,125 laat ik als oefening achter).
0,375 - 5,625=-1*(5,625-0,375)
Dus we rekenen eerst 5,625 - 0,375 uit.
Vorige keer heb ik de komma in de benoeming weggelaten. Ik had het over duizendtal, honderdtal, tiental en eenheid, waar in 5625 "5" het duizendtal is, "6" het honderdtal, "2" het tiental en "5" de eenheid. Dat kan je doen als je dat wilt. Als je een getal in decimalen helemaal kan uitschrijven kan dat. 1/3 kan je in decimalen (in het tientallig getallenstelsel) niet uitschrijven. Hier: in 5,625 van links naar rechts, is 5 de eenheid, 6 het tiende, 2 het honderdste en "5" het duizendste. want 5*1+6*0.1+2*0.01+5*0.001=5,625
Zelfde methode als ik eerst aanbood:
van rechts naar links. dus: het duizendste: 5-5=0.
0 rechts.
2-7=-5. -5 is negatief. Je zoekt een positief getal, dus je telt net zo lang 10 op totdat het honderdste tussen 0 en 9 ligt. Als je een positief getal van het ander positief aftrekt zal je zo hoogstens één keer 10 op moeten tellen. -5+10=5. Het honderdste is 5.
Dan moet je voor het tiende wel een eraf halen.
6-3-1=2. Het tiende is 2.
Nu de eenheid: 5-0=5. De eenheid is 5.
De uitkomst is in de vorm
eenheid; tiende; honderdste; duizendste. Zet de getallen achter elkaar
5,625.
We wisten dat
0,375 - 2,5 - 3,125 =-1*(5,625-0,375) en dat
(5,625-0,375)=5,25, dus
0,375 - 2,5 - 3,125 = -1*5,25=-5,25.
tot hier de methode voor aftrekken.
_______
Probeer wat meer te oefenen met dergelijke opgaven te maken. Misschien ga je meer -voor jou-handigheden zien om de opgave voor jou relatief eenvoudiger op te lossen. Als je die niet ziet is dat geen probleem. Zoals ik in dit geval eerst de getallen herschreef naar breuken en later het getal met 3 getallen eerst van elkaar afgetrokken. Dat zijn niet "algemene" methoden. Niet elk geval is daarvoor geschikt of een dergelijk geval vereist een stukje meer nauwkeurigheid.
Als je zou willen laat je de komma weg uit 5,625 en 0,375 en vind je 5625 en 375. De komma viel 3 plaatsen voor het meest rechter getal. in de uitkomst zet je hem daar terug. Je vindt hopelijk 5625-375=5250. De komma 3 plaatsen voor het meest rechter getal geeft: 5,250. De laatste 0 schrijf je in de uitkomst niet op, dus 5,625-0,375=5,25.
Oefen dus een paar keer en vind -desnoods van geval tot geval- de meest fijn methode.
Snap je het zo beter?