Wiskundeforum

Grondstoffen voor product F zijn:
M, bestaand uit 14% vet, 67% water en 19% eiwit
V, bestaand uit 89% vet, 8% water en 3% eiwit
S, bestaand uit 2% vet, 8% water en 90% eiwit

Verder weten we dat F uit 3% S bestaat.

Bepaal nu M en V zodanig dat F bestaat uit 20% vet, 65% water en 15% eiwit.

Oke. Dus:
F = 0.03S + 0.97(M + V).
F = 0.20v + 0.65w + 0.15e


Maar hoe nu verder? Ik blijf een beetje in cirkels redeneren met substitutie van vergelijkingen in elkaar, maar kom er niet echt uit. Graag zou ik een beetje op weg geholpen worden met het modelleren van dit probleem.

Je kan stellen dat je een hoeveelheid m van M hebt, een hoeveelheid v van V en 3% van S. Hoeveel zit er dan in F van alle stoffen, uitgedrukt in m en v?

Dat is dus precies wat ik niet helemaal snap...

Kan je de ene variabele niet in de andere uitdrukken of wat snap je niet?

M = 0.14v + 0.67w + 0.19e

Dat bedoel je?

Dat is de vergelijking voor de hoeveelheden vet, water en eiwit als m = 1, als je een eenheid stof neemt van m. maar m = 1 is niet gegeven. Wat zou je doen met de hoeveelheid voor M; m?

naja, ik weet dat M +V = 0.97...

Okay, dat is een handig gegeven.

Als 10% van de F uit M bestaat en dus 87% uit V, wat zegt dat over de verhoudingen vet, water en eiwit in F?

F = 0.03(S) + 0.97(V + M)?

Door 0.87 en 0.10 bij elkaar op te tellen ben je die informatie verloren.
Waar kan je in die vergelijking iets terugvinden over de verhoudingen van vet, water en ijs?

sebuts schreef: F = 0.03S + 0.97(M + V).
F = 0.20v + 0.65w + 0.15e

F = 0.03S + 0.97(M + V). Wat bedoel je hiermee... , wat stellen de letters voor? Zijn dat % of kg of m^3
Bovendien ga je er kennelijk vanuit dat je van stof S niets meer nodig hebt?